Het veiligheidshekje

Het veiligheidshekje wordt bij het begin van de dalende trap geplaatst en verhindert dat de blinde of slechtziende persoon onverwacht op de trede terechtkomt. Dit hekje biedt dus een extra bescherming tegen gevaar en waarschuwt de blinde of slechtziende persoon ervoor dat er een trede komt.

Het veiligheidshekje bevat volgende elementen:

  • De scharnierkant
  • De verbogen as van het veiligheidshekje (voor zelfsluitend effect)
  • Het beweegbare gedeelte van het hekje
Foto van een veiligheidspoortje

Kenmerken

  • Wordt geplaatst ter hoogte van het middel van de persoon en ter hoogte van de handgreep.
  • Het moet de totale breedte van de trap beslaan.
  • Het moet kleurcontrasterend zijn t.o.v. de naaste omgeving (treden + muur).
  • Het moet stevig zijn.
  • Het hekje mag niet onmiddellijk na openen hevig dichtklappen, maar moet wel automatisch sluiten, om de veiligheid te waarborgen. De schuine stand van de verbogen as zorgt ervoor dat het hekje zelfsluitend is.
  • In normale omstandigheden draait het hekje in één richting namelijk van de trap weg. Wanneer men het hekje met een grote kracht hanteert kan het ook naar de andere zijde draaien. Dit is om veiligheidsredenen noodzakelijk ingeval van gevaar, bijv. brand.

Keuze van de Brailleliga

  • Het hekje is geplaatst:
    • in loodrechte stand ten aanzien van de opstaptrede (ofwel op het begin van de trap)
    • ter hoogte van het middel van een persoon
    • over de ganse breedte van de trap
  • Het hekje is bruin en heeft dezelfde kleur als de leuning, doch contrasterend met gebroken witte treden en witte muren.
  • Het hekje is breder aan één kant (aan de scharnierkant) dan de andere. Voor blinde en slechtziende personen is het de manier om te weten aan welke kant het hekje opent. Men opent het hekje aan de smalste kant.
  • Het hekje draait slechts in één richting, namelijk van de trap weg, tenzij men er met hevige kracht tegen duwt.