De toegangsroute
De toegangsroute bevat volgende elementen:
- De helling
- De gekleurde vloermarkering in ruitvorm
Kenmerken
- De toegangsroute moet ter hoogte van de voeten goed voelbaar zijn, met andere woorden tactiel zijn.
- Dit beter aanvoelen kan bevorderd worden door volgende punten in acht te nemen:
- Het verschil in materiaalkeuze is belangrijk. De aangelegde geleidelijn in ruwe tegel, b.v. beton, in tegenstelling tot de omgevende tegels die bijvoorbeeld uit marmer of graniet bestaan
- Vóór de toegang kan men over de volledige breedte bijvoorbeeld gladdere of ruwere tegels leggen t.o.v. de omgevende tegels. Het verschil in tegel moet duidelijk voelbaar zijn
- De toegangsroute moet duidelijk zichtbaar zijn. Er wordt een herkenningspunt voor slechtziende personen gevormd.
- Plaats kleurcontrasterende tegels voor de plaats waar men alert moet zijn, b.v. voor een toegang
- Kies voor de geleidetegels een contrasterende kleur t.o.v. omliggende tegels
Bijvoorbeeld:
baksteen rood >< grijs
baksteen rood >< wit
geel >< wit
oranje >< grijs
De keuze van de Brailleliga
- Natuurlijke gidslijn voor het gebouw van de Brailleliga.
- De kleur van de gevel van de Brailleliga is contrasterend (in beige, gelige kleur) t.o.v. de aanpalende gevel (wit, gebroken wit). Men vindt er evenzeer een grote donkerblauwe deur terug. Hierdoor herkent men het Brailleligagebouw onmiddellijk.
- Aangelegde geleidelijn:
- Visuele markering: tegels (rood en grijs) zijn aangebracht in het vloeroppervlak over de ganse breedte van de gevel van het gebouw
- Tactiele markering: een artificiële helling geeft de plaats van de toegang aan. De blinde of slechtziende persoon detecteert met de witte stok een helling. Deze waarneming voelt hij in de onderste ledematen welke hij ondergaat bij het stijgen of dalen. Door deze verandering ter hoogte van het vloeroppervlak weet hij de toegang te lokaliseren